Op elke derde dinsdag van September spreekt de koning de Troonrede uit. Dat gebeurt in 2021 in de Grote Kerk in Den Haag. In de Troonrede staan de belangrijkste plannen van de overheid voor het komende jaar. Het wordt gezien als opening van het nieuwe werkjaar van de eerste en tweede kamer. Dit jaar gaat het grootste deel naar het terugdringen van de CO2-uitstoot.
Het Urgendavonnis heeft invloed op de Troonrede
Het Urgendavonnis zorgt voor het extra duwtje in de rug van de regering. Linkse partijen willen al heel lang dat er meer geld gaat naar CO2-vermindering. Door de uitspraak van de zaak tegen milieubeweging Urgenda moet de overheid een kwart minder uitstoten dan in 1990.
Meer dan zes miljard naar het klimaat
Het grootste deel de 6,8 miljard zit in subsidies voor verduurzaamde huizen en het vergroenen van wagenparken. Bovendien gaat een flink deel naar het bedrijfsleven. 700 miljoen gaat naar waterstofprojecten en 600 miljoen is voor het stimuleren van elektrisch transport. Bovendien worden er subsidies uitgedeeld aan bedrijven om duurzame energieproductie te stimuleren. Er worden geen maatregelen genomen om het stikstofprobleem op te lossen.
Lees ook: Het klimaatakkoord van Parijs: hoe staat het er nu voor?